Het maximum voor de transitievergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd. Op 1 januari 2018 gaat het bedrag van € 77.000 naar € 79.000. Dit staat in de Regeling indexering transitievergoeding die in de Staatscourant is geplaatst.
Werknemers die minstens 2 jaar in dienst waren, hebben sinds 1 juli 2015 bij ontslag recht op een transitievergoeding. Dit recht geldt ook als een tijdelijk contract niet verlengd wordt.
Op grond van artikel 7:673, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt de hoogte van het bedrag jaarlijks met ingang van 1 januari gewijzigd overeenkomstig de ontwikkeling van de contractlonen volgens de Macro-Economische Verkenningen (MEV). Het bedrag wordt daarbij afgerond op het naaste veelvoud van € 1.000.
De ontwikkeling van de contractlonen wordt volgens de MEV geraamd op 2,2 procent. In 2017 is het bedrag € 77.000. Bij verhoging met 2,2 procent resulteert dit in een bedrag van € 78.694. Dit bedrag wordt afgerond op € 79.000.
Met ingang van 1 januari 2018 gaat de maximale transitievergoeding dus € 79.000 bruto bedragen. Als het jaarsalaris hoger is dan € 77.000, is de vergoeding maximaal 1 bruto jaarsalaris.
Het nieuwe maximum geldt voor elke arbeidsovereenkomst waarvan de einddatum 1 januari 2018 of later is, en waarvoor bij beëindiging een transitievergoeding verschuldigd is.