In verband met de kredietcrisis wordt door de belastingdienst soepeler met het urencriterium omgegaan. Zelfstandig ondernemers en ZZP-ers komen voor extra aftrekposten in aanmerking als ze op jaarbasis meer dan 1.225 uur in hun onderneming werkzaam zijn. De ondernemer moet zelf aantonen (door middel van het bijhouden van een urenadministratie) dat hij ook daadwerkelijk aan dit aantal uren komt.
Voor het urencriterium gaat het volgens vaste jurisprudentie om alle tijd die wordt besteed aan werkzaamheden die worden verricht met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming. Daarbij kan ook worden gedacht aan de tijd die wordt besteed aan bijvoorbeeld woon-werkverkeer, cliëntbezoek en het maken van offertes.
Er zijn echter ook andere activiteiten die met het oog op zakelijke belangen van de onderneming worden verricht, maar die niet direct toerekenbaar zijn aan opdrachten. Voorbeelden daarvan zijn het zelfstandig voeren van de administratie (boekhouding inclusief belastingaangiften), aanvragen van vergunningen, het creëren van een website en werkzaamheden die verband houden met acquisitie. Van deze activiteiten staat het zakelijke karakter vast, maar zal niet altijd duidelijk zijn hoeveel tijd de ondernemer daaraan heeft besteed.
Het is denkbaar dat door de kredietcrisis een verschuiving plaatsvindt van werkzaamheden die een duidelijk direct verband hebben met ondernemersactiviteiten naar andere activiteiten zoals hierboven genoemd. Bij de beoordeling van de aannemelijkheid van het aantal bestede uren aan de hiervoor genoemde activiteiten, zullen de inspecteurs voor de jaren 2009 en 2010 in geval van mogelijke twijfel enige soepelheid betrachten.